Gemeente Gemeente Waasmunster

Geschiedenis

De eerste bewoners vestigden zich in de brons- en ijzertijd aan de oevers van de Durme. De vroegste vondsten dateren van ca. 2.000 jaar v. Chr.

Tijdens de Gallo-Romeinse periode ontstond de “Vicus Pontrave”, een belangrijk handelscentrum niet ver van de huidige dorpskern.

De vorm van de dorpskernen van Waasmunster, Sombeke en Sint-Anna hebben een typische driehoekige ‘dries’-structuur. Deze cultuursporen dateren vermoedelijk uit de Frankische en Merovingische tijd.

Tijdens de vroege middeleeuwen, omstreeks het jaar 800, voltrok zich ten tijde van Karel de Grote de eerste kerstening in het Waasland. De vroege aanwezigheid van een kloostergemeenschap is dan ook de etymologische verklaring van de naam van de gemeente (Wasiae – Monasterium).

Als gevolg van deze pioniersrol was Waasmunster, samen met Beveren, Rupelmonde en Temse één van de vier kerkelijke centra van het Waasland. Op verzoek van de Doornikse bisschop Walter de Marvis stichtten enkele zusters in 1237-1238 langs de Durme genaamd ‘Hoogendonck’, de eerste abdij van Roosenberg (Monte Rosarium).

Onder het rechtstreeks gezag van de graaf van Vlaanderen vervulde Waasmunster als één van de negentien keurdorpen van het Waasland zijn rol als administratief centrum.

Samen met het naburige Elversele vormde Waasmunster een Vierschaar, die door zeven schepenen werd bestuurd. De schout of baljuw vervulde een louter administratieve taak en trad op als contactpersoon tussen de Vierschaar en de graaf van Vlaanderen. Bovendien bevonden er zich op het grondgebied een twintigtal heerlijkheden en lenen die afzonderlijk werden bestuurd, zoals Pontrave (1165), Ten Reyen (1311) Van Roden (1420) en Sombeke (1418).

Met de Franse bezetting kwam er een einde aan dit feodaal stelsel van de middeleeuwen. Waasmunster werd toen ingedeeld bij het arrondissement Dendermonde.

Tijdens de 19de eeuw verloor Waasmunster aan belang en de industriële revolutie ging ook aan de gemeente voorbij. Waasmunster behield hierdoor haar landelijk karakter.

Vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw genoten mensen van meer vrije tijd en zochten rust en ontspanning tijdens de weekends. Waasmunster werd in deze periode een residentiële woongemeente met verschillende horecazaken op de Heide.

Met de aanleg van de autoweg E17 in 1971 werd Waasmunster een toeristische trekpleister voor de “dagjestoerist”. Mensen zochten ontspanning, rust en een gezellige groene omgeving.

Vandaag is Waasmunster een gezellige, kleine woongemeente die via de E17 gemakkelijk te bereiken is en centraal gelegen is.

Het wapenschild van Waasmunster stelt een zeemeermin of sirene voor die een raap omhoog houdt. Rapen werden in de streek van het Waasland reeds vanaf de 16de eeuw verbouwd, vooraleer ze als voedergewas verspreid geraakten in de rest van Vlaanderen.